De stad wordt steeds meer een rijkeluisdomein. Ook Rotterdam. Dat komt door het gebrek aan woningen. Maar ook worden steeds meer voorzieningen voor groepen ontoegankelijk.
Dit concludeert de Raad voor leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Toegang tot de stad’ dat woensdag is aangeboden aan de regering en waarin ook staat dat steeds minder mensen over vervoer beschikken om werk of medische voorzieningen te bereiken.
De raad vindt dat de toegang tot Nederlandse steden voor alle burgers beter gewaarborgd moet worden. Dat vond gisteravond kort na de publicatie ook ex Rotterdamse raadslid Stefan Kroon (D66), die op twitter de eerste was met een geschrokken reactie. ‘’Dit moeten we stoppen. Ik wil een inclusieve stad. Daar profiteert op de lange termijn de hele samenleving van.’’
De algemene tendens is dat het geconcentreerde aanbod van werk, onderwijs, zorg en vertier trekt mensen naar de stad. Om toegang tot het stedelijk leven te hebben moet je in de nabijheid kunnen wonen, gebruik kunnen maken van publieke voorzieningen en je kunnen verplaatsen. Dat lukt steeds minder mensen, aldus het rapport.
Wonen in de stad wordt steeds duurder; dat geldt zowel voor huur- als koopwoningen. Bovendien is fors bezuinigd op publieke voorzieningen als zorg, bibliotheken, sport en welzijnscentra. En vervoer, om bijvoorbeeld naar werk, school of het ziekenhuis te gaan, is voor veel mensen te duur of tijdrovend. Hierdoor neemt de toegang tot de stad voor steeds meer mensen af.
Voor drie groepen mensen wordt de stad ontoegankelijker. De eerste groep bestaat uit kwetsbare mensen met bijvoorbeeld een laag inkomen of een lichamelijke of geestelijke beperking. Daarnaast zijn er de ‘nieuwe kwetsbaren’: mensen met middeninkomens die wel zelfredzaam zijn, maar toch moeilijk toegang tot het stedelijke leven krijgen. Dit geldt bijvoorbeeld voor flexwerkers die geen hypotheek kunnen krijgen en steeds hogere huren moeten betalen óf steeds langere reizen moeten maken om werk en gezin te combineren.
De nieuwe kwetsbaren zijn een zeer gevarieerde groep mensen: taxichauffeurs en schoonmakers, zorgpersoneel en politieagenten, journalisten en accountmanagers. De derde groep bestaat uit mensen die graag samen in de stad een initiatief willen ontplooien, maar die daarvoor geen plek vinden of tegen allerlei regels aanlopen. Het zijn mensen die bijvoorbeeld wooninitiatieven willen ontwikkelen, of een buurtrestaurant of leeszaal willen starten.